Boyanator

Denkend aan Holland zie ik helemaal geen brede rivieren traag door oneindig laagland gaan. Ik zie slootjes, grachten, ringvaarten, meertjes, plassen en een kanaal. Dit is het echte Holland. In deze streek is er zelfs zoveel water dat het Waterland heet. Dit is mijn land. Mijn vlakke land. Mijn polderland. Het land van Leeghwater. En in al het water hier zie ik plastic. Dat had Leeghwater ook nooit kunnen voorzien.

Er zijn hier geen rivieren die het plastic naar zee voeren. Het meeste plastic dat in het water belandt eindigt trouwens ook helemaal niet in zee, zo bleek een recente studie. Maar die studie had ik niet nodig, dat had ik al gezien. Het meeste blijft ergens onderweg hangen om daar zijn schadelijke werk te doen. We hebben hier wel het Noordhollandsch Kanaal die het plastic 70 kilometer verderop in het Marsdiep kan doen belanden. Maar daarvoor moet er wel heel wat water door de Rijn stromen. Of nou ja, door dat kanaal dus.

Bij de term plastic soep denken veel mensen aan grote opeenhopingen van plastic in de oceanen of grote rivieren in arme landen waar het plastic rijkelijk doorheen stroomt. Dat komt niet in de laatste plaats door Boyan Slat, die met zijn nog steeds niet echt werkende uitvinding “The Ocean Cleanup” hier veel aandacht voor heeft gegenereerd en dat fenomeen op de kaart heeft gezet. Niet alleen in Nederland, waar we trots op hem zijn en hem als een nieuwe Leeghwater zien.

Boyan heeft zijn focus verlegd van de zee naar de rivieren, omdat hij heeft geconstateerd dat veel oceaanplastic daar via grote rivieren in terecht komt. Goeie stap vooruit natuurlijk, beetje dichter bij de bron, slimmere plek ook om het plastic op te vangen. Hij gebruikt een uitvinding die vijftig jaar geleden al in de haven van Rotterdam werd gebruikt om drijfhout uit de havens op te vissen. Slimme zet, het is recycling van een idee of hergebruik en daar kan ik nooit tegen zijn. Goed bezig Boyan!

Maar wat wel een beetje jammer is, is dat Boyan onlangs een verhaal de wereld in bracht dat de oplossing van het plasticprobleem ligt in de rivieren. Dat lijkt me toch niet, het probleem begint ver daarvoor. Een paar weken later kondigde Boyan aan dat hij samen ging werken met Coca Cola, die zijn projecten een flinke financiële impuls ging geven en dan is het logisch dat je je verhaal wat in hun voordeel aanpast. Iets met een hond, een hand, voeden en niet bijten. En hij heeft nog met wel meer grote geldschieters te maken. Dat begrijp ik wel.

Als ik hem zie praten op een filmpje denk ik vaak dat hij het allemaal niet zo leuk meer vindt. Maar hij gaat door en dat is te prijzen. Je weet pas of je ideeën werken als je het geprobeerd hebt. Ik heb ook al wat mislukkingen en teleurstellingen achter de rug. Maar zoals Barry Stevens al zei: “Vooral doorgaan”.

Ik denk dat Boyan nog steeds niet weet wie ik ben. Geeft niet. Ik heb wel eens iemand van zijn organisatie gesproken. In de tijd dat er veel kritiek was op The Ocean Cleanup omdat biologen vreesden dat hij daarmee meer leven uit het water zou vissen dan dat hij zou redden, liet ik regelmatig zien hoeveel leven ik steeds aantref in mijn eigen mand met zwerfafval. Veel insecten en slakken en af en toe een muis of een kikker. Ze dachten steun bij me te vinden, maar ik legde ze uit dat het vooral ter bevestiging was van de vrees van die biologen. Daarna nooit meer wat van ze gehoord.

Ik heb Boyan nog een beetje geholpen bij zijn allereerste crowdfunding. Ik was net begonnen als professioneel Zwerfinator en had nog maar weinig geld op de bank staan, maar kon nog net een beetje missen, waarna hij een metalen rietje naar me opstuurde. Die ligt al jaren werkloos ergens in een la, want wij kunnen thuis prima drinken zonder rietjes. Ook mijn kinderen van zes en acht. En dat kunnen ze al jaren. Toch is het een leuk aandenken.

Een ander leuk aandenken is de foto die ik maakte van mijn ontmoeting met Boyan bij het Rijks Museum in Amsterdam. Het was heel kort, maar ik heb nog snel een selfie met hem en een stuk zwerfafval kunnen maken. Een #zwerfie dus. Hij zal het zich niet meer kunnen herinneren, maar ik wel, vooral vanwege de anekdotische gebeurtenis die er aan voorafging.

Het verhaal is dat ik door de Rotary van Purmerend was uitgenodigd om een lezing van Boyan bij te wonen en daarna met ze te gaan plasticvissen in een bootje. Gelukkig niet in een bootje van The Plastic Whale, maar in een eigen bootje van één van de leden van deze club. Ik gaf ooit mijn allereerste lezing bij de Rotary en ze hebben de bestrijding van plastic soep hoog in het vaandel, dus ik heb een band met ze.

Ik heb die lezing van Boyan nooit bijgewoond. Maar dat was niet mijn keuze. Ik had besloten om vanaf Amsterdam CS naar het Rijks te lopen en ondertussen alle drankverpakkingen op te rapen die ik tegenkwam. Ik wou met mijn volle mand een statement maken en Boyan vragen naar zijn standpunt over statiegeld. De bewaker bij de deur zei dat ik niet naar binnen mocht “met die troep” en dat hij niet wilde “dat het museum daarmee geassocieerd zou worden”. Ik antwoordde dat het museum hierdoor juist zou worden geassocieerd met opruimen, een schone stad en iets aan het probleem doen. Tot zover was ik nog wel zinnig bezig, maar daarna trapte ik in een oude valkuil.

Ik werd te bijdehand. Ik kreeg een te grote bek. Ik zag dat in het restaurant achter hem zo´n beetje alle soorten drankverpakkingen te koop waren die ik had opgeraapt. “Vind je het dan wel OK als het Rijks zelf al die eenmalige troep verkoopt, en dat ze bijdragen aan deze vervuiling en er aan verdienen?”. Niet zozeer deze worden als wel de manier waarop ik ze zei en mijn houding en de toon die ik aansloeg, deden me de das om. Het zal wel behoorlijk plat Amsterdams hebben geklonken met de daarbij behorende krachttermen. Ik ben geen Amsterdammer, maar kenners weten dat Purmerenders veel Amsterdamser praten dan de meeste Amsterdammers. (bron)

Mensen van de Rotary kwamen erbij en probeerden me naar binnen te praten met al hun diplomatieke vaardigheden. Ik bood aan om de mand te legen, maakte excuses en beloofde verder niet moeilijk te doen, maar het kwaad was al geschied. De security manager kwam er bij en die besloot dat de bewaker – die mij binnen één seconde zou uitschakelen – teveel door mij was bedreigd ofzo. Ik moest hard lachen, ik ben onschadelijk in gevechten, ik ging van judo omdat ik altijd verloor. Maar mijn hoongelach maakte het alleen nog maar erger. Het was over en uit. Ik kwam er niet in.

Ik besloot daarom maar eerst mijn mand leeg te maken door de drankverpakkingen in de aanwezige prullenbakken te doen en daarna weer wat verder te gaan rapen. En terwijl ik dat deed kwam Boyan aanlopen met zijn entourage. Snel wierp ik mij voor hem en zorgde ervoor dat ik samen met hem op een #zwerfie terecht kwam. Hij had geen idee wat er gebeurde, maar ik had een mooie foto voor social media en voor in het plakboek.

Toen de lezing afgelopen was ben ik met de leden van de Rotary gaan varen en zijn we plastic gaan vissen. Was gezellig. Ik heb zelfs nog alles wat we opvisten geregistreerd zoals ik nou eenmaal altijd doe. We haalden veel plastic uit het water. Het meeste plastic lag ergens vast en dobberde niet eens rond. Het waren ook geen rivieren waar we in visten, maar grachten. Die monden ook niet uit in een rivier, maar in een kanaal, maar goed, dat zijn details.

Al dat plastic in dat water was er terechtgekomen vanaf land. Zoals ik hierboven al meldde zie ik veel plastic in al dat water hier. Ik zie heel veel plastic soepjes. Ik ruim ze indien mogelijk ook op. In hartje Mokum is dat zonder boot amper mogelijk. Waar ik zelf woon kan het vaak vanaf de kant. Ik ben zelf al een aantal keren op het land en in het water dieren tegengekomen die vast zaten in dat plastic of er in waren geëindigd. Via dierenambulances en zwerfafvalrapers zie ik via social media regelmatig dezelfde beelden. En dat is dus niet alleen maar ergens ver weg in de oceaan of in een grote rivier in een arm land.

Het probleem is overal. Opruimen is het eerste wat we kunnen doen. Dat is wat Boyan ook doet. Hij is de zwerfie-raper-op-zee-show. Ontelbaar veel vrijwillige en professionele zwerfafvalrapers ruimen wereldwijd dagelijks vele malen meer op dan Boyan met zijn slimme uitvindingen. Opruimen is nodig, opruimen is nuttig, opruimen is goed. Maar als je de aandacht afleidt van de oorzaken van het probleem, dan gaat er iets verkeerd.

De eerste keer dat ik Boyan zag op TV stond hij op een strand en zei hij iets in de trant van dat zijn uitvinding geen zin had als we niet iets aan de bron van het probleem deden. Ik meen me te herinneren dat hij iets zei over dweilen met de kraan open.

De uitvindingen van Boyan doet niets tegen zwerfafval in mijn stad. Niets tegen plastic vervuiling in de natuur en het water om mij heen. Het doet niets tegen de oorzaken. Niets aan de bron. Hij maakt zich daar ook niet hard voor. Hij maakt zonnebrillen van het plastic dat hij uit zee haalt. Wie mij volgt weet dat ik vaak zonnebrillen als zwerfafval vindt. Ook dure. Hij kent de essentie van het probleem niet.

Ik durf mijn hand ervoor in het vuur te steken dat Boyan het allemaal goed bedoelt en dat hij goede intenties heeft. Maar ik denk ook dat het succes van zijn idee en alle belangen en financiële zaken die er bij komen kijken ervoor hebben gezorgd dat hij het contact met de werkelijkheid is kwijtgeraakt. En de vrij kritiekloze interviewers van de Nederlandse pers helpen daar natuurlijk ook niet bij.

Boyan ontdekte het probleem van plastic vervuiling terwijl hij tijdens zijn vakantie in Griekenland aan het duiken was. Ik ontdekte het wandelend achter de kinderwagen hierachter op het Oudelandsdijkje. Daar zit waarschijnlijk de kern van het verschil tussen ons twee. Ik ben afgelopen jaren regelmatig in Delft geweest om gastlessen te geven. Ik zag dat daar meer zwerfafval lag dan in mijn eigen stad. Dat is Boyan kennelijk in zijn eigen stad nooit opgevallen. Het echte probleem en de bronnen heeft hij daardoor wellicht nooit gezien, verblind door dat plastic in de Griekse zee en omdat hij daarna zo druk bezig was het probleem van het plastic in zee op te lossen. Daar is de bron van het probleem echter niet, alleen het gevolg van het probleem.

Als een echte activist is het mijn doel om mezelf als Zwerfinator overbodig te maken. Wat ik moet gaan doen als ik het plasticprobleem over een aantal jaar heb opgelost, dat weet ik nog niet. Maar dat zien we dan wel weer. Ook mijn maatje Merijn Tinga (De Plastic Soup Surfer) wil ik werkloos maken. Laat hem weer kunst maken. Misschien kunnen we samen nog eens een goeie old school rap opnemen dan. We hebben er wel eens over gefantaseerd, maar we hebben het er te druk voor.

En het hoogst haalbare doel is natuurlijk om Boyan werkloos te maken. Ik maak me geen zorgen over wat er dan met hem gebeurt. Hij is nog jong en vindt vast wel weer iets anders slims uit. Maar het is dus mijn hoogste doel.

Eigenlijk zou ik geen Zwerfinator moeten heten maar Boyanator.