De Monitoring Mythe

Gister en vandaag was ik fotomodel. Ik wist niet dat ik het in me had. Gister huppelde duurzaamheidsfotograaf Marjolein Vinkenoog tijdens mijn onderzoek om me heen met een camera en vanavond was ik in Katwijk in een studio waar ik me in allerlei verleidelijke standjes mocht wringen met #zwerfie-brillen en ander zwerfafval. Louis van Schie van de vermaarde Coast Busters had namelijk een geniaal idee voor een foto-campagne. Die zult u binnenkort wel zien.

De reis per OV naar Katwijk en terug is in de avonduren niet echt je dat, dus ging ik met de auto. Ik had weinig last van de grootste verkeersdrukte van het jaar, daar hoefde ik me niet aan te ergeren. Waar ik me wel aan ergerde, zoals ik vaak in de auto doe, dat waren de megagrote televisieschermen met bewegende reclames langs de snelweg. Ik ergerde me niet aan de reclames zelf, maar aan het verschijnsel an sich. Zeker in de huidige tijd.

Ik vroeg me af of er al een initiatief is om het gebruik van die dingen tegen te gaan. Terwijl we overal proberen energie te besparen pompen we jigowatts aan stroom in bewegende reclameborden. Niet alleen langs de snelwegen, maar overal. In het winkelcentrum waar ik vanmiddag was telde ik er ook acht. En geen kleintjes. Ze zouden in mijn woonkamer niet eens goed passen.

Ik dacht even na of ik zelf een campagne hiertegen zou starten, maar besloot dat ik al druk genoeg was met mijn andere strijd. Vervolgens vroeg ik me af of die schermen langs de snelweg daadwerkelijk ook effectief waren. Zouden we er door beïnvloed raken? Vast wel. Bedrijven die dat doen meten dat ook gewoon. Je kunt aan de verkoopcijfers zien wat het effect is van een reclamecampagne. Dat wordt continu gemeten. Dat is logisch. Dat is slim. Dat is normaal.

Vanmiddag kreeg ik een mail van Nederland Schoon over het monitoren van zwerfafval. Helemaal in mijn straatje zou je denken. Ik parkeerde de mail even met een vlaggetje en las zojuist de mail en klikte door naar de achterliggende informatie op de website. Ik raakte al snel teleurgesteld. En werd bevestigd in mijn mening over deze club. Het is allemaal een wassen neus. Oude wijn in nieuwe zakken. Het enige positieve wat je er uit kunt halen is dat ze oude methodes continu recyclen.

Ik doe zelf aan zwerfafvalonderzoek. Dat is wat anders dan monitoren. Ik heb meer dan twintig jaar in de IT gewerkt, waarvan een groot deel van de tijd in het beheer van informatiesystemen. In de tijd dat internet en online-systemen nog in de babyslofjes stonden werd de dataverwerking in de avond en de nacht gedaan. Batchverwerking voor de kenners. Dat werd dan gemonitord door operators. Als er iets fout was gegaan kregen ze een melding in het scherm. Ze hadden instructies wat te doen in zo’n situatie en als het geen standaard situatie was en het was een belangrijk proces dat fout liep, dan moest de dienstdoende beheerder uit bed worden gepiept.

Gepiept inderdaad, niet gebeld. We kregen een pieper mee. Werd je midden in de nacht wakker gepiept en dan moest je bellen met de operators. Op basis van het gesprek besloot je dan wat er moest gebeuren. Soms kon je ze telefonisch helpen, maar meestal moest je gewoon midden in de nacht de auto in om op het computercentrum zelf de problemen op te lossen en mogelijk met anderen die je dan wakker moest piepen.

Het betaalde goed, dat wel, maar het kon wel zwaar zijn. Als het probleem was verholpen kon je weer naar huis, maar dan was het natuurlijk nog niet klaar. Op een later tijdstip moest nog worden onderzocht wat de oorzaak was, wat de impact was, hoe dat kon worden opgelost en of dat probleem ook ergens anders kon optreden. Dan kwam je soms terecht in een traject met aanpassingen, testen, implementatie en ga zo maar door. En dan had je ook te maken met beslissingen die moesten worden genomen door mensen die hoger in de pikorde stonden, want er zaten ook altijd financiële kanten aan natuurlijk.

Datgene wat op de website van Nederland Schoon wordt verteld over monitoring gaat niet verder dan wat de operators destijds deden. Het gaat alleen maar over schouwen, beeldkwaliteit en opruimen. Niet over de oorzaken, over de soorten zwerfafval, over de impact van de verschillende soorten. En al helemaal niet over structurele oplossingen bij de bron. Dat is ook niet vreemd. Nederland Schoon vertegenwoordigt de verpakkingsindustrie. Die heeft andere belangen.

Bent u er nog? Het is weer een lang verhaal geworden. Sorry. Het is nog niet klaar ook. Ik ga nu even terug naar de Nieuwsbrief Zwerfafval van Rijkswaterstaat van 25 oktober. Daarin wordt verteld dat de campagne “Natuurlijk ruim je ook iets op” deze week ten einde loopt. Los van wat ik van de campagne vind vraag ik me af of er voor de campagne een serieuze zwerfafvalmeting is gedaan en of die nu direct na de campagne ook weer is gedaan. Heeft de campagne geholpen? En wordt er over een paar maanden nog een vervolgmeting gedaan of het resultaat beklijft?

Een bedrijf dat resultaten wil halen doet dat. Hoogstwaarschijnlijk wordt dit hier niet gedaan. En zowel, dan krijgen we de resultaten niet te horen of hooguit wordt er via een “infoquête” iets geroepen over de beleving van mensen die op straat worden geïnterviewd met sturende vragen. Dat doen ze nou eenmaal zo.

Ik ben ooit begonnen met zwerfafvalonderzoek en het gedetailleerd vastleggen van zwerfafval om te laten zien dat deze methodes de waarheid niet vertellen en ook nergens toe leiden. Het zijn zoethoudertjes. Afleidingsmanoeuvres. Pappers en nathouders. Meer niet. Maar deze jongens kent zijn pappenheimers.

Vanmiddag was ik in de Warmoesstraat in Amsterdam om zwerfafval te rapen. Ik was daar met culinair journalist Laura De Graaf. Ze maakt een podcast-serie over duurzaam eten en ik had de eer om daarin ook mijn verhaal te mogen vertellen. De straat zag er schoon uit, maar we vonden nog genoeg aan de randjes. De opnames werden meerdere malen verstoord door het geluid van de veegwagens die daar 24/7 de straat schoon houden. Alles voor de commercie, alles voor de toeristen. Gooi maar op straat, Mama Amsterdam ruimt je troep wel op. Want hier verdienen we geld. En de andere wijken? Ja natuurlijk, daar ruimen we ook af en toe op.

Nadat we nog even in een prullenbak op de Nieuwmarkt hadden gesnuffeld naar culinair verpakkingsafval liepen we terug. We moesten weer even aan de kant voor de veegwagen en een man met een bezem en daarna zag ik een klein perkje met groen. Vol met afval en vooral veel plastic. Ik riep Laura en vertelde dat dit precies is wat ik wil laten zien aan de wereld. De straat is schoon, het ziet er mooi en netjes uit, er wordt hard opgeruimd, er wordt goed gewerkt, maar er wordt niets gedaan aan de bron van het probleem en het hele probleem wordt ook niet gezien

Bij een schouw of een monitoring zou hier een zeer goede score worden behaald. En ondertussen lag er juist in dat kleine stukje natuur in hartje Mokum dat bescherming verdient heel veel plastic en andere troep. Net zoals ik langs vers en netjes geveegde paden en wegen steeds weer veel afval in bermen, bosjes en water zie.

De strijd voor statiegeld, waar de krachten achter Nederland Schoon zo hard tegen hebben gestreden zijn we aan het winnen. Maar we moeten tegen deze krachten blijven vechten. We moeten alert blijven. Want ze blijven de oude tactieken en afleidingsmanoeuvres gebruiken. Ze blijven meestribbelen. En we blijven er intrappen als we niet opletten. Nederland Schoon bestaat al dertig jaar. Dertig jaar weggegooid geld. Tijd dat daar eens een goede monitoring op plaats gaat vinden.

O nou ja, geen monitoring natuurlijk. Gewoon keihard meten en afrekenen op de geleverde resultaten. En ze dan meteen vervangen door een serieuze club die het probleem wel echt wil aanpakken.