Ik had nooit iets tegen Heineken. Het hoort bij mijn leven als Edammer Kaas en Weesper Moppen. Het hoort bij mijn cultuur, mijn afkomst, mijn zijn. We zongen vroeger op schoolfeesten en kermissen liedjes met zinnen als: “Al lig ik meters onder de grond, dan heb ik de smaak nog in mijn mond van Heineken bier, O Heineken bier”. In de meeste kroegen waar ik kwam en kom schonken en schenken ze het. Ik heb er nooit in gespuugd.
Ik heb zelf liever Amstel, maar dat is ook gewoon van Heineken. De laatste jaren drink ik bij voorkeur andere soorten bier, vooral de Belgische, maar je kunt jarenlang over smaak twisten, dat is een oneindige dans. Ik had nooit echt iets tegen Heineken. Ondanks dat ik de geschiedenis van het bedrijf kende die qua kwaadaardigheid weinig onderdoet aan die van bijvoorbeeld Coca Cola. Dat is een lang verhaal, maar om kort te gaan: allebei die bedrijven hebben hun grote marktaandeel vooral veroverd met tactieken die tegenwoordig niet meer door de wettelijke beugel kunnen.
Halverwege vorig jaar werd ik door Heineken benaderd of ik mee wilde werken aan een project met studenten van TU Delft. Die zouden voor Heineken gaan onderzoeken en uitwerken hoe de invoering van statiegeld op blikjes zo goed mogelijk zou kunnen verlopen en wat Heineken daar aan zou kunnen bijdragen.
Daar stond ik best voor open. Mijn eerste reactie was dat het rijkelijk laat was, maar ik wilde de studenten graag van alles vertellen om ze de juiste richting mee te geven. Dus ik zei ja en vertelde de studenten mijn verhaal. Ik wilde gewoon zeggen wat ik had te zeggen. Ik vertelde ze over afsluitbare blikjes waarmee het grote minpunt van lekkage tijdens meenemen werd weggenomen, ik vertelde ze over de mazen in de wet en de escape-routes die een aantal bedrijven al namen en ik vertelde nog veel meer. Vooral in de hoop dat ze het juiste pad gingen vinden en zo marktleider Heineken de voorloper te maken in datgene dat goed is.
Op de een of ander manier had ik het gevoel dat ik daar geen geld voor moest vragen. Het geven van dit soort lezingen is een groot deel van mijn broodwinning, maar soms kies ik voor mijn gevoel en mijn principes. Heineken drong er nog op aan dat ze me wilden betalen, maar ik wilde niet in een greenwashing-verhaal worden opgesloten door financiële banden. Ik had mijn keutel gelegd en dat vond ik genoeg. De uitnodigingen voor vervolgmeetings heb ik vriendelijk afgeslagen. Ik wilde niet verstrikt raken, ik wilde niet dat ze achteraf konden zeggen dat ze een samenwerkingsverband met me hadden.
En nee, ik sta er niet bij voorbaat negatief tegenover dat een “vervuilend” bedrijf me betaalt voor de diensten die ik lever. Ik laat mezelf bijvoorbeeld betalen door McDonald’s voor onderzoeken die ik voor ze doe en adviezen die ik ze op basis daarvan geef. Of dat uiteindelijk op de lange termijn datgene oplevert wat ik hoop en nastreef, dat weten we nog niet, maar dat is in mijn ogen een eerlijk en gelijkwaardig speelveld zonder dat ik een “greenwashing showcase” word. Met excuses voor de Engelse termen, ik kan de Nederlandse uitdrukking niet zo snel vinden.
Uiteindelijk heeft dat greenwashing-project van Heineken dus helemaal niks opgeleverd. Nul komma niks naks. En dan nog minder. Onder nul. Gister werd bekend dat Heineken nog vrolijk een tijd doorgaat met het vullen van blikjes zonder statiegeld. 26 maanden na het besluit dat er statiegeld op blikjes moet komen is Heineken er zogenaamd nog steeds niet klaar voor. Ze hebben het opeens over een transitieperiode van drie maanden na 1 april. En 1 april is al drie maanden na de wettelijke ingangsdatum.
Ik heb wel eens gekotst nadat ik een op een avond flink stappen of kermissen teveel Heineken had gedronken, maar nooit ben ik zo misselijk geweest als na het lezen van het bericht dat Heineken gewoon nog een tijdje doorgaat met het vullen van blikjes zonder statiegeld.
En toch voelde ik dit aankomen. Net zoals je weet dat je na een avondje kermis de volgende dag een kater zult hebben. Daarom vroeg ik geen geld. Ik ken mijn pappenheimers. Ik hoop dat de studenten van TU-Delft er ook van geleerd hebben en dat ze hun intelligentie, kennis en kunde hierdoor in de toekomst zullen aanwenden aan betere zaken en zich niet meer zullen laten leiden door geld en de sexy uitstraling die een merk als Heineken nou eenmaal heeft.
Hopelijk is dat de les die zij trekken uit dit greenwashing-project. Het zijn geweldige jonge mensen, aan hun ligt het niet. Ze hebben nog veel te leren, zij mogen nog dit soort fouten maken.
En ik hoop ook vooral dat dat iedereen die dit leest hiervan leert. Trap niet in die greenwashing bullshit van de grote bedrijven.
En tot slot: Fuck Heineken, de Belgen hebben gelijk, het is waardeloos kutbier. Of klotebier. Wat u wilt.