Vijf jaar geleden stond ik tussen allerhande politici, beleidsmakers en CEO’s als zwerfafvalraper zomaar opeens in de Duurzame 100 van Trouw. Op nummer 98, maar toch. Een vreemde eend in de bijt. En ook nog eentje die bijt. Er was zelfs een aparte categorie voor me aangemaakt: “particulier”.
Ik had dan wel een doel, een roeping, een mening en een visie, maar ik moest het ook allemaal nog waarmaken. Als ik het juryrapport van vijf jaar terug zie is dat toch wel aardig gelukt. Statiegeld op plastic flesjes is er inmiddels en werkt als een malle en dat op blikjes komt er snel aan. Ik help gemeenten en bedrijven zwerfafval gericht te bestrijden en zelfs McDonald’s huurde me nu al aan aantal keer in om uitgebreid zwerfafvalonderzoek te doen en gebruikt de resultaten daarvan om zijn zwerfafvalprobleem en plastic impact te verminderen. Misschien heeft u dat gevoel helemaal niet over deze fastfoodketen, maar er gebeurt van alles en hun plastic impact wordt ook steeds kleiner. Dat het sneller mag en moet, dat is een ander topic, dat vind ik ook. Maar onderzoek en monitoring van zwerfafval is steeds meer op de kaart gekomen en ook het zoeken naar oplossingen bij de bron. Zelfs Rijkswaterstaat en ILT maken gebruik van data die is verzameld door particulieren, vooral die van Zwerfinator.
In de tussentijd heb ik er met Merijn Tinga (de Plastic Soup Surfer) en een heel grote groep zwerfafvalrapers voor gezorgd dat een paar soorten snoepwikkels niet meer van plastic zijn, dat plastic grotendeels uit vuurwerk is verdwenen, dat waterballonnetjes en plastic confetti uit de schappen zijn gehaald en dat statiegeldontwijking met drankkartons op de agenda staat (een aantal bedrijven heeft ze al uit de schappen gehaald).
Lijkt peanuts, maar als ik in de cijfers van mijn zwerfafvalonderzoeken van dit jaar kijk, dan zie ik dat het aandeel plastic in het zwerfafval de laatste jaren met zo’n 15 procent is gedaald. En in aantallen is de bijdrage die we als beweging van onderop hebben gerealiseerd net zo groot als het EU-verbod op een aantal plastic wegwerpartikelen zoals rietjes en bestek. En dat EU-verbod was er ook nooit gekomen zonder de krachten van onderop.
In 2019 besloot Trouw het anders te gaan doen. De duurzame 100 werd een lijst van onderop. Tot mijn grote verrassing eindigde ik als nummer 1. Daar had eigenlijk de Plastic Soup Surfer moeten staan dat jaar vanwege de invloed die hij had op het statiegelddebat. Maar hij zat in de jury. Ik denk wel dat dat in mijn voordeel was.
De afgelopen drie jaar zat ik zelf in de jury. Dat is niet makkelijk. Uit honderden fantastische initiatieven moet je een selectie maken, voorkeuren uitspreken en cijfers geven. En je mag je eigen persoonlijke favorieten pluggen. Dit jaar lukte het me om de buurtkastjes van René Verhoogt in de lijst te krijgen en ook de Plastic Soup Surfer mocht ik eindelijk eens promoten nu hij niet meer in de jury zat. Hij staat op nummer 36. Eigenlijk veel te laag, maar toch mooi.
Vanavond wordt de nieuwe nummer 1 bekend gemaakt. Als jurylid weet ik niet wie dat is of hoe de top 10 eruit ziet. Ik heb wel een vermoeden. Als je geïnteresseerd bent, kun je wellicht nog naar Pakhuis de Zwijger komen vanavond om het mee te maken of het volgen via de livestream. Iedereen die in de lijst staat is fantastisch bezig, de initiatieven die de lijst niet hebben gehaald ook. Ze zijn onmisbaar in de transitie naar een écht duurzame wereld, belangrijke tegenkrachten tegen de grote hoeveelheid greenwashing en een aandrijvende kracht richting een veel te lakse overheid. En vooral laten ze zien dat het kan!
Na drie jaar zit mijn jurywerk erop, mijn strijd natuurlijk niet. Er mag en moet nog veel meer aandacht komen voor alle initiatieven en bewegingen van onderop. Of zoals ik drie jaar geleden op het podium riep: “Power to the Pickers!” En dan staat dat “Pickers” natuurlijk voor iedereen die niet afwacht, klaagt en wijst, maar gewoon zelf aan de slag gaat, op wat voor manier dan ook.