Vijf onderzoeksvragen voor het Afvalfonds

Omdat de inzameldoelstelling van de plastic flesjes niet wordt gehaald heeft staatssecretaris Heijnen de duimschroeven aangedraaid bij het Afvalfonds. Ze zegt dat er snel meer inzamelpunten moeten komen voor plastic flesjes met statiegeld. Daar ben ik het mee eens, maar er moet meer gebeuren, zoals u wellicht weet als u mij volgt.

Laatst schreef ik deze brief aan de staatssecretaris. Ik wijs haar op andere tekortkomingen, zoals de flesjes waar de etiketten snel van loslaten zodat je ze niet kunt inleveren. Maar ook over de platte en gedeukte flesjes die niet worden ingenomen door supermarkten. En over de plastic flesjes waar helemaal geen statiegeld op zit door vreemde uitzonderingen in de wet, zoals die met zuivel, sap en wijn.

Wat ik nu voornamelijk nog op straat vind en opraap zijn deze flesjes. Ik kan ze niet inleveren. Andere mensen ook niet. De inleverwaarde was er al niet of is verdwenen. Het is mij niet om het geld te doen, maar deze plastic flesjes blijven dus gewoon net zo lang liggen als de plastic flesjes voor de invoering van statiegeld. Ze hebben namelijk geen opraapwaarde.

In reactie op de boodschap van Heijnen en de dreiging van dwangsommen van het ILT zegt het Afvalfonds nu dat ze het aantal inleverpunten gaan uitbreiden. Daar vragen we al een paar jaar om, dus hoera, maar hoe snel dat zal gaan weet niemand. De invoering van deze machines op de treinstations heeft vertragingen waar zelfs de NS zich nog kapot voor zou schamen. En als het innamebeleid niet verandert, dan hebben we alleen maar meer inleverpunten waar we deze flesjes ook niet kunnen inleveren. Blijven ze gewoon op straat liggen.

Maar daar laat het afvalfonds het niet bij. Ze gaan meer doen. Ze gaan een campagne voeren om statiegeld onder de aandacht te brengen en door gedragswetenschappers laten onderzoeken waarom de ene consument wel bereid is om voor 15 cent het flesje in te leveren en iemand anders het flesje laat staan. (Bron)

Verdomd interessante vraag. Maar ik denk dat ik de antwoorden al weet. Het heeft enerzijds te maken met de scheve verdeling van de welvaart in ons land en aan de andere kant is er gewoon een groep mensen die het hele milieu en aanverwanten helemaal geen ruk kan schelen en daarnaast is er een groep mensen die het juist wel heel veel kan schelen.

Nou, dan weten we dat. Maar voor de gedragswetenschappers daar achter zijn, dan is er zo weer een jaar verstreken. Hebben ze weer fijn een jaartje meegestribbeld. En met het antwoord kun je niks. Helemaal niks. Nul, komma, niks naks. Er wordt al tientallen jaren onderzoek gedaan naar ons gedrag rond zwerfafval. En het heeft nog nooit iets opgeleverd. De hoeveelheid zwerfafval verminderde er niet door. Het werd zelfs meer.

Het bedrijfsleven kreeg twee jaar de tijd om het aantal plastic flesjes op straat te verminderen. Lukte dat niet, dan zou statiegeld worden ingevoerd. Het klassieke repertoire werd afgespeeld. Extra prullenbakken, posters, filmpjes, opruimacties, bewustwordingscampagnes en ga zo maar door. Het hielp niet. Daarom is er nu statiegeld gekomen. Dat werkt wel als een malle. Maar het kan nog veel maller als het systeem wordt verbeterd. En dat moet het bedrijfsleven zelf doen.

Maar dat willen ze helemaal niet. Ze hebben zich tientallen jaren tegen statiegeld verzet, en we moeten niet verwachten dat ze nu laaiend enthousiast met een gillende noodvaart aan een goed systeem gaan werken. Er is niks geïnvesteerd in technologie, inname-apparaten en processen. Prachtig verdienmodel zo, veel statiegeld incasseren, weinig uitkeren. Kassa! En dan weer de boel vertragen met een onderzoekje dat alleen gericht is op de consument en hoppa, weer vele miljoenen extra winst. Uitgenast. Dat zijn ze.

Maar misschien kijk ik te zwart en moet ik omdenken. Ik moet ook af en toe eens door mijn eigen vooroordelen en ideeën heen prikken. Misschien helpt een onderzoek naar gedrag wellicht toch. Ik had zomaar een openbaring vanmiddag. Daarom heb ik wat onderzoeksvragen opgesteld voor het Afvalfonds, waarmee ze volgens mij meer resultaat kunnen boeken. Zoals Eek the Cat altijd zei: “It never hurts to help!”

 

Hier komen de onderzoeksvragen:

  1. Waarom neemt de ene supermarkt wel handmatig kapotte en beschadigde plastic flesjes met een etiket met statiegeldlogo in en weigert de andere supermarkt dit pertinent?
  2. Waarom maakt de ene fabrikant plastic flesjes met een etiket eromheen dat het hele oppervlak van de fles omhult en moeilijk los te krijgen is en maakt de andere fabrikant plastic flesjes met een klein etiket dat heel snel los laat?
  3. Waarom strijdt het ene bedrijf ervoor om ook statiegeld te mogen voeren op plastic flesjes met puur vruchtensap en stappen andere bedrijven van plastic flesjes met statiegeldplicht over op drankkartons vol plastic zonder statiegeldplicht?
  4. Waarom nemen bedrijven als Kruidvat en Hema, die zelf plastic flesjes met statiegeld verkopen, geen plastic flesjes in terwijl supermarkten het wel doen, zelfs als ze in bepaalde gevallen een kleinere winkeloppervlakte hebben dan veel vestigingen van Kruidvat en Hema?
  5. ·Waarom is er wel statiegeldplicht voor plastic flesjes voor water, limonade en frisdrank en niet op plastic flesjes voor puur sap, zuiveldranken en alcoholhoudende dranken?

Dat zijn dus vragen waarmee je als Afvalfonds iets kunt. Je kunt er mee gaan sturen op de factoren waar je invloed op hebt, bij de partijen die direct onder je invloedssfeer vallen. Dit zijn de knoppen waar ze direct aan kunnen draaien.

Maar dan moeten ze wel willen.

En volgens mij willen ze helemaal niet.

Komen we uit bij de hamvraag: “Waarom zit de statiegeldwet zo ontzettend vol mazen, uitzonderingen en tekortkomingen zodat dit gedrag van het Afvalfonds en de partijen die ze vertegenwoordigt mogelijk wordt?”